In 2007 ben ik aan beide heupen geopereerd vanwege slijtage in de gewrichten. Aan beide zijden is toen een heupprothese geplaatst. Ik heb toentertijd gekozen voor een nieuwe methode die toen in België werd toegepast: de zogenaamde "hip resurfacing". Dit wijkt behoorlijk af van de traditionele heupoperaties. Omdat veel mensen me nu nog steeds vragen naar deze methode hier nog een keer een uitleg van wat er precies is gebeurd.

Al rond 2003 merkte ik na een gespeelde voetbalwedstrijd dat het gedeelte rond mijn heupen zo ontzettend stijf kon worden. Vooral na een tijdje te hebben gezeten was het lastig weer soepel in beweging te komen. Dit verergerde zich, zodat ik er ook op maandag last van had: het traplopen werd duidelijk onprettig. De naweeën van een voetbalwedstrijd werden steeds nadrukkelijker zodat ik daar uiteindelijk maar mee gestopt ben. Een röntgenfoto vertelde dat er sprak was van slijtage in de heupgewrichten.

Image
Een goede vs. versleten heup: Je zou verwachten dat door slijtage de heupkop steeds losser in de heupkom komt te zitten, maar het tegendeel is waar. Om te compenseren gaat het lichaam extra materiaal aanmaken om het geheel te verstevigen: de "botwoekeringen". Daardoor wordt dus de gewrichtsspleet verder versmald en komt de heupkop uiteindelijk vast te zitten in de kom en is de beweeglijkheid dus weg.
Vanaf 2004 kwam ik wekelijks bij de fysiotherapeut om mijn beweeglijkheid in de heup nog zo groot mogelijk te houden (weinig beweging betekent natuurlijk dat de spieren zich ook steeds minder rekken), maar in 2007 was het stadium bereikt dat een operatie nodig was. De beperking in de beweging was op zich nog wel draaglijk, de pijn ging ook nog wel, maar het is de vermoeidheid die je de das om doet. De beweeglijkheid was zover gedaald dat zelfs iets simpels als een stoeprand al een flinke barriere begon te worden.
Image
Bij de diagnose van de beweeglijkheid met het oog op de operatie kwamen de volgende getallen naar voren: de flexie was rechts 70° en links 45°. Abductie, adductie, exo- en endorotatie waren allemaal 0°. De functionele heupscore qua pijn, functie en pijn was 28 op een schaal van 100 (dus weinig functie, veel pijn).
Op een reis naar Mexico, alsmede op mijn werk trof ik mensen die mij wezen op het bestaan van de ANCA-kliniek in Gent. De orthopeed aldaar zou een nieuw type prothese toepassen dat veel geschikter zou zijn voor jonge mensen. Bij een klassieke prothese wordt een deel van het been verwijderd (Total Hip Replacement, THR) terwijl nu alleen de heupkop en kom worden vernieuwd (Birmingham Hip Resurfacing, BHR). De klassieke prothese (linkerplaatje onder rechts) maakt dat de patient altijd wat voorzichter moet zijn met buitengewone bewegingen, terwijl de BHR-prothese (linkerplaatje onder links en plaatje rechts) dergelijke bewegingen veel meer toestaat. Derhalve is BHR veel geschikter voor jongere patienten. Voor oudere patienten is BHR niet altijd mogelijk vanwege de botkwaliteit. De BHR-prothese is gemaakt van een cobalt-chroom-legering. In Nederland spreekt men ook wel van een MoM-prothese (metaal-op-metaal). Overigens schijnt het lichaam zelf met vloeistof tussen de bewegende delen te zorgen voor smering.
Image
Image

Op vrijdag 11 mei 2007 werd de operatie uitgevoerd aan beide zijden gelijktijdig. Dr. de Smet was van mening dat ik met mijn leeftijd dat zou moeten kunnen. Hijzelf voerde de operatie uit. Op zondag moest ik reeds voor de eerste keer mijn bed uit en op mijn eigen benen staan (dat was wel effe zwaar!) en op maandag verliet ik het ziekenhuis. Daarna heb ik een week gelogeerd in Villa Cento Passi, het zorghotel van de ANCA-kliniek. Aldaar kreeg ik dagelijks fysiotherapie en oefeningen in het zwembad. Al op dinsdag liep ik met krukken de trap af en na een week kon ik naar huis. Het uiteindelijke herstel heeft ongeveer een maand geduurd. Met nog wat extra fysiotherapie in Hengelo kon ik uiteindelijk weer bewegen als vanouds. 

Na een jaar mocht ik terugkomen voor controle. Er werden Röntgenfoto's gemaakt en het metaalgehalte (cobalt en chroom) in het bloed wordt gemeten, dat zegt immers iets over mogelijke slijtage van de metalen delen. Alles bleek prima: met name de metaalgehaltes waren laag voor een dubbele prothese. Ook in 2010 en 2012 ben ik voor controle geweest en de resultaten waren opnieuw uitstekend, aldus Dr. de Smet. Hij sprak uit dat bij veel patiënten op den duur die metaalwaarden naar nul zouden zakken. Hij wilde natuurlijk geen garantie geven, maar sprak wel van een mogelijkheid hier nog heel lang mee te kunnen doen.

Ondanks dat ik alles weer kan, durf ik niet goed weer te gaan voetballen. Dat zou eigenlijk wel weer moeten kunnen. Maar voetbal is een ongecontroleerde sport en ik ben veel te blij dat alles weer werkt zoals het hoort. Ik ben echt een tevreden patient! Toch is de methode in Nederland omstreden (zie het artikel hier) en wordt het nog maar door weinig verzekeraars vergoed. Volgens dr. de Smet is dat te wijten aan het gebruik van een foute serie protheses die tot veel klachten hebben geleid in NL. Daarnaast is het plaatsen een zeer precies werk, dat veel ervaring vraagt en die er in NL blijkbaar niet altijd voldoende is. Dat dr. de Smet echter een uitstekende orthopeed is, bewijst het grote aantal "klanten" uit Nederland en ook veel andere landen. 

Meer weten? Ga naar www.ancakliniek.be