Op de foto zie je me staan in de Erdinger Weißbräu. Ergens rond mijn 16e werd ik al gegrepen door het thema bier. Uiteraard ontdekte de gemiddelde 16-jarige het bier, maar ik vond het al vroeg interessant dat er meer biermerken waren en vooral ook meer biersoorten. Het Nederlandse bierlandschap was relatief saai in die tijd. Er waren een stuk of 16 brouwerijen (waaronder ook één in Hengelo), die allen pils, bokbier en soms een premiumpils of oud bruin produceerden.
De Hengelose bierbrouwerij was echter eigendom van Stella Artois en op die manier was er bv. in Café de Appel al een palet van zo'n 12 Belgische bieren. Toen ik ook nog het boekje "Belgisch Bier" van Julien van Remoortere kreeg, kwam er een soort kleine verzamelwoede: ik probeerde bij slijters in het bezit te komen van 'nieuwe' biersoorten, en de geleegde flessen maakte ik schoon en zette ze op mijn kamer. Overal waar ik kwam zocht ik naar slijters en af en toe was ik succesvol. Helemaal gaaf was het om af en toe op de fiets naar Gronau te gaan en daar wat flessen Duits bier te halen.
De Hengelose bierbrouwerij was echter eigendom van Stella Artois en op die manier was er bv. in Café de Appel al een palet van zo'n 12 Belgische bieren. Toen ik ook nog het boekje "Belgisch Bier" van Julien van Remoortere kreeg, kwam er een soort kleine verzamelwoede: ik probeerde bij slijters in het bezit te komen van 'nieuwe' biersoorten, en de geleegde flessen maakte ik schoon en zette ze op mijn kamer. Overal waar ik kwam zocht ik naar slijters en af en toe was ik succesvol. Helemaal gaaf was het om af en toe op de fiets naar Gronau te gaan en daar wat flessen Duits bier te halen.
Het verzamelen was echt leuk, want je moest moeite doen om aan nieuwe flessen te komen. Met school naar Berlijn was een hoogtepunt: eerste de enorme keuze bij de KaDeWe, toen ook nog een aantal flessen in Oost-Berlijn van een heus Volkseigener Betrieb (VEB). Qua smaak was er ook ontwikkeling: Pils was niet meer mijn nummer 1, dat werd in eerste instantie het Weizenbier, dat ik in Gronau moest kopen of uit Bayern meenam als ik daar op vakantie was.
België en Bayern werden wel een beetje Mekka voor mij. België vanwege het brede assortiment en Bayern ook vanwege de cultuur rondom Bier: Brauereien, Wirtshäuser en Biergartens in steden als Bamberg, Kulmbach en München.
Het leek me uiteindelijk wel wat om de opleiding tot Brouwingenieur te doen. Ik deed Chemische Technologie en werken in de chemie trok me niet zo en dit lag wel redelijk in het verlengde. Ik besloot in 1990 een vakantie alleen naar Bayern af te reizen, zo'n 5 brouwerijen te bezoeken en ook in Freising bij München rond te kijken, want daar was die opleiding.
Het was een erg leuke ervaring, bij het Hofbräuhaus Berchtesgaden werd ik zelfs door de directeur voor een diner uitgenodigd. Maar de meest essentiële info kreeg ik van de Braumeister in Ludwigsstadt: hij zei dat jonge ingenieurs vooral werk kregen in de landen die de groeimarkten vormden: landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Dat leek me toen nog echt een brug te ver. Daarnaast speelde de financiering natuurlijk ook nog een rol. Conclusie: mijn biertoekomst lag vooral in de consumptie, en niet in de productie. Ik had ook nog wel eens wat plannen voor het maken van een eigen bier, maar daar is het uiteindelijk ook nooit van gekomen.
Het leek me uiteindelijk wel wat om de opleiding tot Brouwingenieur te doen. Ik deed Chemische Technologie en werken in de chemie trok me niet zo en dit lag wel redelijk in het verlengde. Ik besloot in 1990 een vakantie alleen naar Bayern af te reizen, zo'n 5 brouwerijen te bezoeken en ook in Freising bij München rond te kijken, want daar was die opleiding.
Het was een erg leuke ervaring, bij het Hofbräuhaus Berchtesgaden werd ik zelfs door de directeur voor een diner uitgenodigd. Maar de meest essentiële info kreeg ik van de Braumeister in Ludwigsstadt: hij zei dat jonge ingenieurs vooral werk kregen in de landen die de groeimarkten vormden: landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Dat leek me toen nog echt een brug te ver. Daarnaast speelde de financiering natuurlijk ook nog een rol. Conclusie: mijn biertoekomst lag vooral in de consumptie, en niet in de productie. Ik had ook nog wel eens wat plannen voor het maken van een eigen bier, maar daar is het uiteindelijk ook nooit van gekomen.
De bierhobby werd dus weer beperkt tot het verzamelen van flessen en inmiddels ook van boeken en folders over bier. Ik schreef brouwerijen aan en vroeg om folders, etiketten etc. Erg leuk om te doen. De bierflessen en -glazenverzameling is nog steeds in mijn bezit, maar ligt inmiddels boven op zolder. De boeken over het thema blijven interessant en in elke plaats waar ik kom ga ik toch even de boekwinkel in. Mijn verzameling boeken zie je op de subpagina's van dit item van de website.
Zo blijft de bierhobby altijd een beetje latent aanwezig en af en toe komt het dan ook weer tot een bezoek van een brouwerij. Toch is het bezoeken van grote brouwerijen wat minder interessant geworden. Je komt als bezoeker nergens meer dichtbij omdat ze bang zijn dat bv. gistculturen worden aangetast. Die oude, open gistbakken en het meekijken als ze de wort aan het koken zijn is toch leuker om te zien. Ook de oude brouwerijgebouwen vind ik wel fascinerend, zoals deze op de foto in Bayreuth. Het bezoek van Guinness was nog weer van een andere orde: er komen daar zoveel bezoekers dat het meer op een pretpark lijkt dan op een brouwerij. Maar ik wilde het toch gezien hebben....
Overigens is Guinness wel symbolisch voor de ontwikkeling van mijn smaak op het gebied van bier. In mijn jonge jaren vond ik dat maar niks, maar nu is het wel één van mijn favorieten. Ik ben meer gaan houden van donkere bieren en het mooie van Guinness is het beperkte alcoholgehalte en het mooie stabiele schuim. Ook de donkere trappisten- en abdijbieren of de Duitse Doppelbocks vallen bij mij goed in de smaak. Hoewel dat over een tijdje wel weer anders kan zijn behoren de Zundert 8 en de Trappistes Rochefort 8 tot mijn absolute favorieten.
En dan nog de omgeving waar je je bier drinkt: er gaat niets boven een echte Biergarten, ofwel een buitenterras onder de grote kastanjebomen zoals je ze eigenlijk alleen in Bayern tegenkomt. De Braugaststätte van de Ayinger Brauerei is niet voor niets zo populair bij de inwoners van München, het is een bijzonder fraai voorbeeld van zoals een Biergarten moet zijn. En dan een goede Brotzeit erbij, dan is Marc helemaal in z'n element! ;-)