Als lid van de oudste voetbalclub van Hengelo is het ook leuk om te kijken naar de historie van het Hengelose voetbal. Met behulp van het boek "97 jaar voetbal in Twente" en de oude krantenberichten in www.delpher.nl komen we veel te weten over de plekken waar allemaal is gespeeld.
1900 - 1920
Onderstaande kaart is ongeveer van 1905. Het allereerste voetbalveld was op het Pruisische Veld, achter de watertoren, ongeveer waar nu de nieuwe Paus Joannesschool staat. Een heel aantal clubs is daar gestart op een zanderig en oneffen veld, waaronder dus Tubantia. Tubantia verhuisde eerst naar de Bornsestraat, vervolgens naar 't Lansink, waar roemruchte tijden werden beleefd. Het kleine clubje DVS sloot zich bij Tubantia aan.
De club Volharding en een deel van HVC fuseerden tot Twenthe dat uiteindelijk weer fuseerde met het resterende deel van HVC en zo ontstond HVV Hengelo, de tweede club die op hoog niveau zou gaan voetballen.
Op het katholieke front waren twee verenigingen actief: Achilles'12 en Golto, toen nog in een aparte bond. Daarnaast waren er nog kleine clubjes die maar enkele jaren bestonden en waarvan de locatie (meestal) ook onbekend is: Oranje Nassau, Sparta, Juliana, Venus, Olympia, Butania, Hengelosche Boys en geheelonthoudersclub Blauw Elf.
Onderstaande kaart is ongeveer van 1905. Het allereerste voetbalveld was op het Pruisische Veld, achter de watertoren, ongeveer waar nu de nieuwe Paus Joannesschool staat. Een heel aantal clubs is daar gestart op een zanderig en oneffen veld, waaronder dus Tubantia. Tubantia verhuisde eerst naar de Bornsestraat, vervolgens naar 't Lansink, waar roemruchte tijden werden beleefd. Het kleine clubje DVS sloot zich bij Tubantia aan.
De club Volharding en een deel van HVC fuseerden tot Twenthe dat uiteindelijk weer fuseerde met het resterende deel van HVC en zo ontstond HVV Hengelo, de tweede club die op hoog niveau zou gaan voetballen.
Op het katholieke front waren twee verenigingen actief: Achilles'12 en Golto, toen nog in een aparte bond. Daarnaast waren er nog kleine clubjes die maar enkele jaren bestonden en waarvan de locatie (meestal) ook onbekend is: Oranje Nassau, Sparta, Juliana, Venus, Olympia, Butania, Hengelosche Boys en geheelonthoudersclub Blauw Elf.
1920 - 1940
Voetbal is een gevestigde sport geworden en Hengelo groeit snel. Met de toename van het aantal voetballers wordt ook de verzuiling versterkt. Nadat er al het katholieke Achilles en Golto was, kwamen er met Blauw-Wit en B.E.G. (Bijen en Garven) nog twee Roomse verenigingen bij. Golto verliet juist de katholieke bond om toe te kunnen treden tot de T.V.B. Later kwam er ook een christelijke vereniging: Juliana.
Daarnaast begonnen ook de arbeiders georganiseerd te spelen: Wilhelminaschool was van de arbeiders van Stork en Dikkers, NKS van de Katoenspinnerij, Ontwikkeling en later N.S.H. van het Staatsspoor en HVAV van de Nederlandse Arbeiders Sportbond. Met HGOVV was er ook kortstondig weer een geheelonthoudersvereniging.
Ook in de twintiger jaren nog enkele "ééndagsvliegen": V.E.L. (Vlug en Lenig), Cecilia en Brittania, clubjes die slechts één of twee jaar bestonden en door een gebrek aan spelers net zo snel weer verdwenen.
Voetbal is een gevestigde sport geworden en Hengelo groeit snel. Met de toename van het aantal voetballers wordt ook de verzuiling versterkt. Nadat er al het katholieke Achilles en Golto was, kwamen er met Blauw-Wit en B.E.G. (Bijen en Garven) nog twee Roomse verenigingen bij. Golto verliet juist de katholieke bond om toe te kunnen treden tot de T.V.B. Later kwam er ook een christelijke vereniging: Juliana.
Daarnaast begonnen ook de arbeiders georganiseerd te spelen: Wilhelminaschool was van de arbeiders van Stork en Dikkers, NKS van de Katoenspinnerij, Ontwikkeling en later N.S.H. van het Staatsspoor en HVAV van de Nederlandse Arbeiders Sportbond. Met HGOVV was er ook kortstondig weer een geheelonthoudersvereniging.
Ook in de twintiger jaren nog enkele "ééndagsvliegen": V.E.L. (Vlug en Lenig), Cecilia en Brittania, clubjes die slechts één of twee jaar bestonden en door een gebrek aan spelers net zo snel weer verdwenen.
1940 - 1960
De wildgroei verdwijnt langzaam en er blijven wat grotere verenigingen over. Wel neemt het aantal inwoners toe en worden de bestaande verenigingen groter, wat tot een veldentekort leidt. Een aantal gemeentelijke sportparken wordt verbeterd (Wilbert en Oelerweg/Breemarsweg), een extra terrein wordt aangelegd aan de Petroleumhaven en als hoogtepunt wordt er een heus stadion gebouwd: stadion Veldwijk!
Eén van de eerste profclubs van Nederland gaat er in 1954 spelen: de Twentse Profs. Deze club van de 'wilde' bond maakt niet eens het seizoen af, maar daarna zal Tubantia tot 1967 betaald voetbal spelen in de KNVB.
Twee verenigingen zullen de jaren 60 niet meer meemaken: B.E.G. gaat op in Achilles'12 en G.O.L.T.O. wordt na alle omzwervingen in de stad te klein en gaat op in Tubantia.
De wildgroei verdwijnt langzaam en er blijven wat grotere verenigingen over. Wel neemt het aantal inwoners toe en worden de bestaande verenigingen groter, wat tot een veldentekort leidt. Een aantal gemeentelijke sportparken wordt verbeterd (Wilbert en Oelerweg/Breemarsweg), een extra terrein wordt aangelegd aan de Petroleumhaven en als hoogtepunt wordt er een heus stadion gebouwd: stadion Veldwijk!
Eén van de eerste profclubs van Nederland gaat er in 1954 spelen: de Twentse Profs. Deze club van de 'wilde' bond maakt niet eens het seizoen af, maar daarna zal Tubantia tot 1967 betaald voetbal spelen in de KNVB.
Twee verenigingen zullen de jaren 60 niet meer meemaken: B.E.G. gaat op in Achilles'12 en G.O.L.T.O. wordt na alle omzwervingen in de stad te klein en gaat op in Tubantia.
1960 - 1980
Hengelo groeit in dit tijdvak door tot 70.000 inwoners en wordt een behoorlijke stad met veel voetballers. De gemeente investeert wederom in een aantal sportparken. Juliana'32 krijgt na ongeveer heel Hengelo rondgezworven te hebben in 1963 eindelijk een eigen terrein aan de Zwavertsweg. Nadat Tubantia het betaald voetbal vaarwel heeft gezegd, speelt ze verder op de bijvelden naast het stadion. En uiteindelijk krijgt ook Wilhelminaschool eindelijk een eigen sportpark: vanaf 1979 speelt de gehele club op de Vikkerhoek.
Twee nieuwe clubs zien het levenslicht: in 1965 scheidt een A-elftal zich af van B.W.O. en vormt de basis van de nieuwe club ATC'65, die uiteindelijk op een nieuw sportpark bij Groot Driene gaat spelen. Tevens heeft een groep voetballers van Turkse afkomst een groeiende behoefte om samen te kunnen spelen en zij vormen in 1979 SC Barbaros.
Hengelo groeit in dit tijdvak door tot 70.000 inwoners en wordt een behoorlijke stad met veel voetballers. De gemeente investeert wederom in een aantal sportparken. Juliana'32 krijgt na ongeveer heel Hengelo rondgezworven te hebben in 1963 eindelijk een eigen terrein aan de Zwavertsweg. Nadat Tubantia het betaald voetbal vaarwel heeft gezegd, speelt ze verder op de bijvelden naast het stadion. En uiteindelijk krijgt ook Wilhelminaschool eindelijk een eigen sportpark: vanaf 1979 speelt de gehele club op de Vikkerhoek.
Twee nieuwe clubs zien het levenslicht: in 1965 scheidt een A-elftal zich af van B.W.O. en vormt de basis van de nieuwe club ATC'65, die uiteindelijk op een nieuw sportpark bij Groot Driene gaat spelen. Tevens heeft een groep voetballers van Turkse afkomst een groeiende behoefte om samen te kunnen spelen en zij vormen in 1979 SC Barbaros.
1980 - heden
De periode na 1980 kenmerkt zich vooral door verhuizingen en/of renovaties van de sportparken. Allereerst is er in het verouderende Hengelo-Zuid een club teveel om te overleven, terwijl er in Hengelo-Noord een nieuwe wijk ontstaat. Tubantia kiest ervoor om de Veldwijk te verlaten en gaat op 't Rot spelen op sportpark de Bijenkorf.
het vrijgekomen terrein op de Veldwijk biedt mooi ruimte aan het groeiende Barbaros, dat daardoor de Breemarsweg kan verlaten (dit sportpark verdwijnt t.b.v. nieuwbouwplannen).
In 1990 verdwijnt er toch ook nog een (kleine) club: N.S.H. dat behoorde bij de personeelsvereniging van de Spoorwegen en vanaf de jaren '50 steeds een elftal in de TVB had, speelt dan z'n laatste wedstrijd.
Uiteindelijk zijn ook twee clubs bij Groot Driene teveel: in 2000 verhuist ATC'65 naar het nieuwe sportpark op de Slangenbeek.
De periode na 1980 kenmerkt zich vooral door verhuizingen en/of renovaties van de sportparken. Allereerst is er in het verouderende Hengelo-Zuid een club teveel om te overleven, terwijl er in Hengelo-Noord een nieuwe wijk ontstaat. Tubantia kiest ervoor om de Veldwijk te verlaten en gaat op 't Rot spelen op sportpark de Bijenkorf.
het vrijgekomen terrein op de Veldwijk biedt mooi ruimte aan het groeiende Barbaros, dat daardoor de Breemarsweg kan verlaten (dit sportpark verdwijnt t.b.v. nieuwbouwplannen).
In 1990 verdwijnt er toch ook nog een (kleine) club: N.S.H. dat behoorde bij de personeelsvereniging van de Spoorwegen en vanaf de jaren '50 steeds een elftal in de TVB had, speelt dan z'n laatste wedstrijd.
Uiteindelijk zijn ook twee clubs bij Groot Driene teveel: in 2000 verhuist ATC'65 naar het nieuwe sportpark op de Slangenbeek.